De uitgaven van Nederlanders aan vakanties bedroegen in 2006 bijna 13 miljard euro. Het aantal vliegvakanties neemt de laatste jaren sterk toe.
Ruim 80 procent van de Nederlanders trok er vorig jaar voor een korte of lange vakantie op uit. Dit percentage is sinds 2002 vrij constant. Driekwart van de bevolking hield een lange vakantie, vier op de tien een korte. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek woensdag.
Om hun vakantiebestemming te bereiken, nemen mensen steeds vaker het vliegtuig. In 2006 werd 37 procent van de reizen voor een langere periode naar buitenlandse vakantiebestemmingen per vliegtuig ondernomen. In 2002 was dit nog 30 procent. Ook voor korte vakanties wordt steeds vaker het vliegtuig genomen: in 2002 bij 10 procent van de vakanties en in 2006 bij 14 procent.
Nederlanders hielden in het vakantiejaar 2006 ruim 22 miljoen lange vakanties en ruim 12 miljoen korte vakanties. Aan lange vakanties gaven zij in totaal 11,4 miljard euro uit en aan korte vakanties 1,5 miljard euro.
Ruim 16 procent van de lange vakanties in het buitenland werd in Frankrijk doorgebracht. In 2002 was dit nog 20 procent. Ondanks deze daling is Frankrijk nog steeds de populairste buitenlandse bestemming. Daarna komen Duitsland (12 procent) en Spanje (11 procent).
Voor korte vakanties in het buitenland is België de eerste bestemming, maar de belangstelling voor dit land loopt de laatste jaren iets terug. Al bijna net zo vaak trekken mensen naar Duitsland. De populariteit van dit land is de laatste jaren licht gestegen.
Lees ook:Nederland viert nog steeds vakantie
Lees ook:Stijging verwacht van Nederlandse vakantiegasten in eigen land
Lees ook:Nederlanders bezuinigen meer op korte dan lange vakanties
Lees ook:Top 10 reisaanbieders met hoogste omzetten
Lees ook:goed nieuws: we gaan vaker op vakantie!