Veel mensen gebruiken hun vakantie voor het even lekker tot rust komen. Even weg uit de dagelijkse drukte, vakantie! En wat doet men vervolgens; de hele vakantie volplannen met bezoekjes aan musea, bezienswaardigheden, bergbeklimmen en de verplichte woensdagavondbingo op de camping. Wat nou rust? Aan het einde van je reis ben je uiteindelijk bekaf!
Where Would John Go?
Dat het ook anders kan bewijst William Georgi met het schrijven van de reisgidsen Where Would John Go?. De twee eerste delen gaan over London en Amsterdam. Volgens de schrijver is Amsterdam bij uitstek een stad om in zo weinig mogelijk moeite, zoveel mogelijk te zien. Zonder dat je 3 musea in 1 dag propt.
De gedachte achter de boeken zijn, dat als je een stad bezoekt zoals een lokale bewoner het zou doen, je uiteindelijk het meeste ziet en meemaakt van de stad. Amsterdammers gaan ook niet naar het Rijksmuseum, de Kalverstraat en de Heineken Music Hall op 1 dag.
Less is more
In de reisgidsen staan geen ellenlange lijsten met adressen van restaurantjes waar je gegeten moet hebben, geen tientallen musea, maar juist het even lekker op een terrasje zitten en bitterballen eten. Lekker er met de fiets op uit. Daar hebben toeristen wat aan. Meer zien, door minder te doen.
De boeken zijn hier te bestellen.
Lees ook:Tip: leer een stad echt kennen door de ogen van een local
Lees ook:‘Slow travel’ de nieuwste reistrend?
Lees ook:Duurzaam overnachten in ecolodge Zweden
Lees ook:De lol van het bezoeken van voormalige woningen van popsterren
Lees ook:Winactie: reisgids ‘A hedonist guide to…’